De Staardirigenten
- Details
- Geschreven door Lambert Miessen en Jan Vrakking (aanvulling: Eric Kerkhofs)
Onder leiding van de heer Defesche, die de directie voerde van 1885 tot 1890, werd in 1886 het eerste succes behaald, t.w. een 1e prijs in de eerste afdeling van een Provinciale wedstrijd te Valkenburg. Dat dit geen garantie was voor verder succes bleek al snel.
De vereniging leidde een kwijnend bestaan, waarbij de heer M. Barbe gedurende de periode 1890-1891 als dirigent optrad. Het ledental was inmiddels teruggelopen tot 13 personen.
Pogingen om de heer Ernest Ludewig als directeur voor de Staar aan te trekken mislukten. Op zijn advies kwam men terecht bij Peter Gielen, organist van de Matthiaskerk, woonachtig in Montzen, België. Hij stond bekend als een degelijke musicus, stug en ernstig. Zijn manieren en spraak (half Duits) stonden velen niet aan.
Op 28 mei 1891 werd de heer Gielen benoemd in een functie, die hij tot eind 1936 zou vervullen.
Onder zijn leiding behaalde de Staar grote successen in diverse zangwedstrijden. 1e Prijzen werden er gewonnen in Mons (Bergen-België) in 1894, Luik in 1895, 1903 en 1913, Aken in 1897, Brussel in 1900.
Gedurende de Eerste Wereldoorlog bleef het optreden beperkt tot enige binnenlandse concerten en een paar Liefdadigheidsconcerten in Den Haag.
Op 13 april 1899 ontving de Staar het predikaat “Koninklijke”.
Begin 1930 kondigde de heer Gielen zijn vertrek aan, met als hoofdreden dat de repetities slecht werden gevolgd.
Ook voelde hij zich gekleineerd en had hij het idee dat de zangers niet meer achter hem stonden.
Dit feit sloeg in als een bom, vooral omdat er in april van dat jaar een concertreis naar Amsterdam en Haarlem op het programma stond.
Uiteindelijk bood de heer Gielen in de 2e helft van 1936 zijn ontslag aan, aan welk verzoek het Staarbestuur na diverse besprekingen en vergaderingen, tenslotte gevolg heeft gegeven.
In 1937 treedt de Staar voor het eerst op o.l.v. Henri Heydendael. Onder zijn leiding wordt in 1938 nog een eerste prijs behaald bij een zangwedstrijd in Dordrecht. In de 2e helft van 1939 vindt de mobilisatie plaats, waardoor de Staar naast 20 zangers en 2 bestuursleden ook zijn directeur/dirigent moest missen. Hij verbleef zelfs ruim een maand in krijgsgevangenschap.
Na de oorlog (Maastricht werd in september 1944 bevrijd) was Henri Heydendael niet meer beschikbaar en stond Paul Hupperts voor de zware opgave de noodzakelijke muzikale vernieuwing, die tegen het eind van de dertiger jaren al merkbaar was, door te voeren.
Op 11 september 1947 werd Martin Koekelkoren in een bestuursvergadering benoemd tot de nieuwe dirigent van de Staar. Onder zijn leiding zou de Staar een ware metamorfose ondergaan en een grote internationale reputatie opbouwen met vele plaatopnamen en concerten en reizen naar het buitenland, o.a. Luxemburg, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Engeland, Spanje en Italië. Het concert in 1952 in Parijs had een zodanig groot succes, dat diverse werken moesten worden gebisseerd. Het applaus was zo overweldigend, dat de dirigent 7x werd teruggeroepen. In 1970 werd zelfs de Oceaan overgestoken voor een concertreis naar Canada. Voor concerten in eigen land werd in een enkel geval met een speciale extra trein gereisd. Een 2-tal concerten in Utrecht in 1953 en 1954 trokken de onvoorstelbare aantallen van resp. 14.300 en 20.000 bezoekers.
De eerste Staarplaat die in 1950 werd geproduceerd (Deep River en Die Zwölf Raüber) was in korte tijd vrijwel uitverkocht. Velen zouden er volgen. Uiteindelijk behaalde de Staar 7 Gouden Platen. Eind 1971 ontving de Staar de Gouden Tulp i.v.m. de verkoop van 250.000 langspeelplaten.
Tijdens een 2-tal langdurige ziekteperiodes van Martin Koekelkoren werd hij tijdelijk vervangen, 1956 door Pierre van Hauwe, dirigent van het Delfts Madrigaal koor en in 1960 voor een periode van 4 maanden door Gerard Kockelmans.
In juli 1976 geeft Martin Koekelkoren aan, mede op doktersadvies, zijn functie per 1 januari 1977 te willen overdragen. Hij heeft dan tientallen bewerkingen van koorwerken op zijn naam staan.
In 1977 ontvangt Martin Koekelkoren als blijk van erkenning en dankbaarheid van “Phonogram Nederland” een gouden plaat, getiteld “Gouden Staarsuccessen”. Deze uitreiking aan een dirigent is een grote onderscheiding in de muziekwereld en vind maar uiterst zelden plaats.
Hennie Ramaekers, die aanvankelijk per 1 januari 1977 Martin Koekelkoren zou opvolgen, trad echter al op 5 september 1976 aan als vervanger, dit i.v.m. de ziekte van de heer Koekelkoren. De successen van de Staar zouden echter onverminderd verder gaan. De hoogtepunten in deze periode waren de opluistering van de Inhuldigingsplechtigheid van Koningin Beatrix op 30 april 1980 in de Nieuwe Kerk in Amsterdam en de viering van het 100-jarig bestaan van de Staar.
Ook waren er de concertreizen naar Wenen (1977), Parijs (1980 en 1981), de Elzas (1984), Regensburg (1987) en Clermont-Ferrand in 1988, evenals weer een aantal platenopnames, waarvan in een latere periode een groot aantal opnieuw worden uitgebracht, maar nu op CD.
Op 1 januari 1990 werd er onder zijn verantwoordelijkheid begonnen met de koorschool. De eerste cursus leverde 18 nieuwe koorleden af.
Op 17 april 1991 dirigeerde Ramaekers in Brussel zijn laatste concert met de Staar. Het aanvaarden van een nieuwe baan in Waalwijk noopte hem het dirigentschap van de Staar neer te leggen.
Per 1 juli 1991 wordt Paul Voncken benoemd tot de volgende dirigent van de Staar. Op 26 december van dat jaar dirigeerde hij het allerlaatste Kerstconcert in het Staargebouw aan het Van Veldekeplein. Na een flinke verbouwing verhuisde de Staar in 1992 naar de Kesselskade, waar de Augustijnerkerk, in de volks-mond “d’n Awwestiene” genoemd, het nieuwe onderkomen werd van de Staar, met een officiële opening tijdens een Eucharistieviering in dit gebouw.
In 1993 luisterde de Staar de opening op van het nieuwe Parlementsgebouw van het Europese Parlement te Brussel en t.g.v. de eerste voltallige zitting van het parlement in dit gebouw.
In 1995 en 1996 worden de eerste nieuwe CD’s geproduceerd, t.w. “Gloria in Excelsis Deo” en “Musica di Gloria”, waarvan de eerstgenoemde CD met goud werd bekroond.
In 1995 vind wederom een grote 14-daagse concertreis plaats naar Canada. Diverse optredens hier, t.g.v. de 50-jarige bevrijding van Nederland, worden uitgevoerd samen met de Koninklijke Militaire Kapel.
Aan het eind van dat jaar besluit Paul Voncken zijn taak per 1 april 1996 te beëindigen, omdat hij niet heeft kunnen realiseren, wat hij zich 5 jaar voordien had voorgenomen.
Op 28 april 1996 tijdens het jaarlijkse Lenteconcert neemt de Staar afscheid van Paul Voncken en wordt Edouard Rasquin geïnstalleerd als de nieuwe Staardirigent. Onder zijn bewind vinden er concertreizen plaats naar de Elzas en Bazel, alsmede naar Frankfurt am Main, alwaar de officiële opening werd opge- luisterd van de Europese Centrale Bank (E.C.B.) en de benoeming van de heer Wim Duisenberg tot de eerste directeur van deze bank. Dit optreden vond plaats op verzoek van de heer Duisenberg. Ook wordt onder zijn leiding de Kerst-CD “Betlehem” opgenomen.
Per 1 januari 2004 volgt Roger Moens, die in het jaar 2000 Edouard Rasquin al verving tijdens een concertreis naar Hongarije, hem op als Staardirigent. Na een reeks Verdi-Concerten wordt door hem een wat andere weg ingeslagen met de concerttour “Van Bach tot Beatles”. Deze concerten, met een grote variatie van koorwerken vinden steeds onder grote belangstelling plaats met tot slot telkens een speciaal voor de Staar gearrangeerde Beatles-medley.
Op 15 december 2008 werd Paul Voncken benoemd tot vaste dirigent van de Staar nadat hij ruim 8 maanden Roger Moens had vervangen. Voncken leidde de Staar met strakke en zeer muzikale hand door het zeer turbulente 125e jubileumjaar met als hoogtepunt het jubileumconcert op 6 en 7 juni 2008, dat door HKH Prinses Maxima werd bijgewoond. Verder ondersteunde hij de Staar natuurlijk bij de concerten van André Rieu op het vrijthof in juli 2008, het tweede hoogtepunt van dat jaar. Tenslotte straalde Voncken met de sterren van de Staar op 19 oktober 2008 in het beroemde Concertgebouw te Amsterdam.
In 2009, zijn eerste jaar als vaste dirigent ging hij met de Staar o.a. naar Salzburg, Ljubljana en Luxemburg.